Paulownia is een geslacht van zeven tot 17 soorten hardhoutbomen (afhankelijk van de taxonomische autoriteit) in de familie Paulowniaceae, de orde Lamiales. Ze komen voor in een groot deel van China, ten zuiden tot in het noorden van Laos en Vietnam, en worden elders in Oost-Azië, met name in Japan en Korea, al lang geteeld.
Hij werd in 1844 in Noord-Amerika geïntroduceerd vanuit Europa en Azië, waar hij oorspronkelijk gewild was als exotische sierboom. Zijn vruchten (botanisch gezien capsules) werden ook gebruikt als verpakkingsmateriaal voor goederen die vanuit Oost-Azië naar Noord-Amerika werden verscheept, wat leidde tot Paulownia-boomgaarden waar ze in de buurt van grote havens werden gedumpt. De boom is niet prominent aanwezig gebleven in Amerikaanse tuinen, deels vanwege zijn overwinterende bruine vruchten die sommigen lelijk vinden. In sommige gebieden is hij aan de teelt ontsnapt en wordt hij aangetroffen in verstoorde percelen. Sommige Amerikaanse autoriteiten beschouwen het geslacht als een invasieve soort, maar in Europa, waar hij ook in tuinen wordt gekweekt, wordt hij niet als invasief beschouwd.
Het geslacht, oorspronkelijk Pavlovnia maar nu meestal gespeld als Paulownia, werd genoemd ter ere van Anna Paulowna, koningin van Nederland (1795-1865), dochter van tsaar Paul I van Rusland. Om dezelfde reden wordt hij ook wel "prinsessenboom" genoemd.